Recente wetenschappelijke doorbraak:
Regulatie van het lichaam op het diepste niveau is nu mogelijk! Namelijk epigenetisch, met andere woorden, omkeerbare erfelijke veranderingen teweegbrengen in de genfunctie zonder dat het DNA in de celkern wordt gewijzigd. CBD en THC-olie zijn niet dé oplossing voor de lange termijn! HET ENDOCANNABINOÏDE SYSTEEM (ECS)?= Endocannabinoïden + cannabinoïde receptoren + enzymen. Het endocannabinoïde systeem is de ‘master regulator’ in het lichaam. “Endo” betekent “binnenin” en “cannabinoïde” verwijst naar elk molecuul die deze receptoren activeert. Al onze lichamelijke systemen zijn in een constante staat van evenwicht. Endocannabinoïden helpen deze toestand te behouden als dat nodig is. Het ECS speelt een modulerende rol in de volgende systemen:
- Centraal en perifeer zenuwstelsel
- Hormoonsysteem
- Immuunsysteem
- Stofwisseling
De zes belangrijkste functies:
- Het verminderen van cellulaire, oxidatieve, nitrosatieve, mitochondriale, chemische, mechanische, immunologische, fysiologische, psychische en andere vormen van stress;
- Het verminderen van chronische, inflammatoire en acute pijn;
- Ontstekingsremmend;
- Reguleert het loslaten en verwerken van traumatische ervaringen;
- Het voorkomen en bestrijden van kanker en neurodegeneratieve aandoeningen;
- Sociaal: het bevorderen van verbinding en verminderen van sociale angsten en stress.
Pijn en ontsteking Het endocannabinoïde systeem (ECS) staat centraal in het bestrijden van pijn en ontstekingen. De meeste, zo niet alle pijn- en ontstekingsremmers zoals opioïden, paracetamol, NSAID’s en aspirine, werken via het activeren van het ECS en het endorfinesysteem. Het ECS werkt samen met het endorfinesysteem, op een dieper niveau. Het endocannabinoïde systeem bestaat dus uit endocannabinoïden, cannabinoïde receptoren en specifieke enzymen. Een nadere uitleg.
- Endocannabinoïden
Dit zijn door het lichaam zelf aangemaakte moleculen die de endo cannabinoïde receptoren activeren en zich aan deze receptoren binden. De twee belangrijkste endocannabinoïden in het lichaam zijn anandamide en 2-AG.
- Cannabinoïde receptoren
Receptoren zijn een soort antennes op cellen waarop moleculen kunnen aanhaken. Cannabinoïde receptoren spelen een fundamentele rol in de werking van het ECS. Ze helpen bij het doorgeven van boodschappen van endocannabinoïden tussen cellen, maar ook van buiten de cel naar binnen. De twee belangrijkste receptor types van het endocannabinoïde systeem heten CB1 en CB2. Deze receptoren komen voor op veel celtypes in het hele lichaam. Verschillende cannabinoïden binden zich aan, blokkeren of moduleren de activiteit van deze receptoren. Hieronder vallen endocannabinoïden, fytocannabinoïden (die in planten voorkomen) en synthetische cannabinoïden (die men in een lab maakt zoals medicatie). Volgens onderzoekers is ook TRPV1 (transient receptor potential vanilloid one) onderdeel van het netwerk. Het dient namelijk als receptor voor CBD, THC en anandamide. CB1 reguleert de afgifte van dopamine via de endorfine-receptoren (MOR) bij beloningen CB2 reguleert de vrijgave van endorfine bij ontstekingen en inflammatoire pijn
- Enzymen zijn stoffen die chemische reacties katalyseren. Het ECS bevat enzymen die endocannabinoïden zowel opbouwen als afbreken. Vetzuurenzym amidohydrolase (FAAH) is één van primaire enzymen in het systeem. Deze breekt af anandamide
Anandamide Anandamide is een stofje dat vrijkomt als reactie op allerlei vormen van stress. Bv. pijn, stress door duursport, hyperglutamaat, cellulaire stress, verwondingen en stresshormonen. Anandamide activeert beloning via endorfine en dopamine. Het beloningseffect van anandamide is intenser dan dopamine. De negen belangrijkste functies van Anandamide zijn:
- Antidepressant: samen met BDNF is het een sterk ‘feel-good’ stofje;
- Activeert de anti-kankergenen;
- De sterkste pijnremmer (sterker dan endorfine en enkefaline) via remmen van de synaptische activiteit van glutamaat en andere pijnmediatoren;
- Samen met 2-AG de sterkste glutamaatremmer (zeer sterke neurotransmitter die op andere zenuwcellen sterk inwerkt);
- Anandamide vermindert angsten en sociale stress;
- Heeft een ontstekingsremmende werking;
- Herstelt het Th1/Th2 evenwicht (immuunsysteem); Het vermindert Th2-dominantie = anti-allergische werking. Het werkt bovendien als een antihistaminicum net als kaempferol, -een FAAH-remmer – die de vrijgave remt van histamine uit de mestcellen en heeft een gunstig effect bij de behandeling van lgE gemedieerde aandoeningen zoals astma, hooikoorts en andere allergische luchtwegaandoeningen;
- Stimuleert de aanmaak van melanine. Melanine is tot 34 keer sterker dan EDTA om zware metalen te ontgiften. Cannabis (THC) vermindert (!) melanine met 75%;
- (eigenlijk geen functie maar wel een duidelijke relatie) Oestrogeen connectie: oestrogeen stimuleert de afgifte van anandamide.Een gebrek of niet goed functionerend endocannabinoïde molecuul anandamide in relatie tot ziekte:
Anandamide Pathologie
- Anandamide is verlaagd bij ADD/ADHD, autisme hooggevoeligheid, depressie, PTSS en de meeste aandoeningen en klachten met chronische hyperglutamaat;
- Anandamide dysfuncties veroorzaken angsten, neerslachtigheid, sociale stress en stressovergevoeligheid;
- Trauma’s veroorzaken een verminderde werking van anandamide via epigenetische dysfuncties van het FAAH-gen en het anandamide-gen, waardoor men hypergevoelig wordt voor prikkels en stress. In een onderzoek bij mensen met PTSS hebben FAAH-remmers een gunstig effect in het verminderen van vreesconditionering en angsten;
- SNP’s (single-nucleotide polymorphism: variatie in DNA) zijn een belangrijke oorzaak van anandamide dysfuncties;
- Dysfuncties van anandamide kunnen leiden tot problemen met het korte en langetermijngeheugen.
- Connectie met insuline; Overstimulatie veroorzaakt hyperinsulinemie (teveel insulineproductie), insulineresistentie, een chronisch hongergevoel en remt GLUT4, een insuline-gereguleerde glucose transporter die glucose uit de bloedbaan haalt naar de cel;
- Neurale anti-inflammatoire en neuroprotectieve functie;
- Cardioprotectief: voorkomt hartaanvallen, aritmieën en verlaagt de bloeddruk;
- Voorkomt amyloïde-P geïnduceerde neurotoxiciteit: bv. Alzheimer, Parkinson;
- Het is een tumor suppressor-receptor;
- Stimuleert het verwerken van traumatische ervaringen;
- Angstremmend, vergemakkelijkt de sociale omgang: sociaal zijn is niet langer een stressfactor maar een beloningsfactor;
- Vermindert gastro-intestinale klachten zoals afwijkend ontlastingspatroon (diarree, obstipatie) onverklaarde buikklachten, krampen, gasophoping etc., die onder meer voorkomen bij het prikkelbare-darmsyndroom (PDS) ofwel IBS;
- Reguleert de gevoeligheid en de vrijgave van leptine. Leptine is een hormoon dat de verzadiging activeert bij het eten en wordt aangemaakt in de witte vetcellen. CB1 onderdrukt de werking van leptine in de hypothalamus. Dit gebuert door o.a. een linolzuurrijk dieet, cannabis of antidepressiva, waardoor men een vals hongergevoel ervaart en blijft eten.
- BDNF-depletie: BDNF is de epigenetische protector van CB1;
- Glutathion depletie: glutathion reguleert de intracellulaire opname van vitamine D!;
- Linolzuurrijk dieet, versterkt door de combinatie met suikers, smaakversterkers en middelen met een hoog-glycemische index zoals bier, alcohol, maïs, zetmeel en exorfinen (eiwitstructuren uit gluten, koemelk, soja en spinazie), junkfood en bewerkte voeding;
- Frequent gebruik van alcohol;
- Hyper Cortisol: sterk verminderde CB1-expressie in de hippocampus;
- Acute, toxische en traumatische stress: PTSS, misbruik, traumatische ervaringen, parentale stress zoals afwijzing en geweld binnen het gezin, “social defeat” stress;
- Gebruik van drugs: cannabis (THC), XTC, amfetamines;
- Gebruik van pijnmedicatie: opioïden, paracetamol, NSAID’s, aspirine (deze laatste versterkt de effecten van CB1- en CB2-receptoren);
- Gebruik van psychofarmaca: antidepressiva, benzodiazepines, antipsychotica.
- Een zwakke partiële CB2-agonist (agonist en antagonist), het verhoogt de activiteit en de densiteit van CB2;
- Een NAM (negative allosteric modulator) van CB1, dit laatste betekent dat CBD de binding van anandamide aan de CB1-receptoren blokkeert. CBD is geen CB1-antagonist, het heeft geen effect op de densiteit van de CB1. CBD elimineert de werking van anandamide. Om deze reden is CBD te mijden;
- Een FABP-remmer, het remt het transport van anandamide naar FAHH. Het verhoogt anandamide, maar dat effect wordt tenietgedaan door NAM op de CB1. CBD heeft geen effect op de expressie en de densiteit van CB1.
Hoe zorg ik dat mijn Endocannabinoïden Systeem optimaal kan functioneren?:
- Zo min mogelijk onderstaande medicatie nemen (uiteraard in overleg met de arts):
- Paracetamol: veroorzaakt anandamide-resistentie (downregulatie van de CB1receptoren), glutathion depletie, endorfineresistentie, Th2-dominantie (astma en allergische reacties), lekkende celmembranen, mitochondriale schade en sterke toename van nitric oxide (NO), waardoor nitrosatieve stress toeneemt. Verder is het gelinkt aan autisme.
- Paroxetine: veroorzaakt anandamide-resistentie veroorzaken via downregulatie van de CB1receptoren. Deze middelen veroorzaken BDNF-depletie.
- Fluoxitini: veroorzaakt anandamide-resistentie veroorzaken via downregulatie van de CB1receptoren. Deze middelen veroorzaken BDNF-depletie.
- Beperk inname Linolzuur en zorg voor een juiste omega-6 / omega-3 balans door gebruik van de juiste vetzuren
- Saffloerolie en druivenpitolie: 80%
- Zonnebloemolie: 70%, een portie mayonaise van 15 g bevat 10 g linolzuur
- Hennepolie: 50-70%
- Walnootolie: 57%
- Maïsolie: 55%
- Sojaolie: 50%
- Rijstolie: 40%
- Arachideolie: 25%
- Raapzaadolie: 20%
- Avocado olie: 13% (50% oliezuur)
- Olijfolie: 8% (75% oliezuur)
- Kokosolie: 2%
- DHA en EPA (omega-3) spelen een belangrijke rol in de regulatie van de expressie en de densiteit van de CB1 en CB2 receptoren. DHA stimuleert de aanmaak en expressie van BDNF en is daarmee een centrale stof in de regulering van het ECS;
- DHA (niet EPA) vermindert de overexpressie van de CB1 receptoren bij een linolzuurrijk dieet;
- DHA (niet EPA) verhoogt de leptine gevoeligheid in de hypothalamus;
- DHA en EPA zorgen ervoor dat het celmembraan flexibel is, waardoor de celstofwisseling en de signalisatie van neurotransmitters en hormonen beter verloopt.
- Bij normaal gewicht bestaat 20 à 25 % van het lichaamsgewicht uit wit vetweefsel. Mensen met overgewicht hebben te veel wit vetweefsel.
- Linolzuur stimuleert de aanmaak van wit vetweefsel.
- Alfalinoleenzuur (ALA) is een omega-3 vetzuur. Het wordt gezien als de ‘moeder omega-3’ omdat ALA wordt omgezet in EPA en DHA;
- ALA verhoogt de expressie van de CB2-receptoren bij mensen als men gedurende 10 weken 2,5 gram ALA suppleert uit lijnzaadolie. Het effect begint vanaf de derde week;
- Linolzuur is de concurrent van alfalinoleenzuur, gammalinoleenzuur, EPA en DHA. Het DHA en EPA tekort ontstaat door de typische westerse voeding die rijk is aan linolzuur;
- De hoogste concentratie ALA treft men aan in lijnzaadolie (75%), perilla olie (60%) en chiazaad (55%).
- Oliezuur of oleïne is het belangrijkste onverzadigd vetzuur, het behoort tot de omega-9-vetzuren. Het is in tegenstelling tot omega-3 en omega-6 geen essentieel vetzuur;
- Oliezuur is de precursor van oleoylethanolamide, die toeneemt bij FAAH-remming. Oleoylethanolamide activeert de PPAR-alfa-receptoren die nitric oxide (NO) afremmen en zo bijdraagt aan het verlagen van nitrosatieve stress. Vermoedelijk een van de redenen waarom een mediterraan dieet gezond is. Oliezuur remt neuropeptide Venghreline, waardoor minder eetlust bij overstimulatie van CB1 door een vetrijk dieet;
- Oliezuur verhoogt de expressie van de ‘anti-obesitas’ CB2-receptoren in de vetcellen en draagt zo bij tot het verminderen van de inflammatoire effecten van de vetcellen door stress, overgewicht en overmatige CB1 stimulatie. Oliezuur stimuleert het verzadigingsgevoel;
- Olijfolie bevat met 75% het meeste oliezuur, gevolgd door de macadamia noot (60%),hazelnoot (52%), pecannoot (43%), rijstolie en sesamolie (42%), amandel (35%) en cashewnoot (28%).
- Avocado olie: 50% oliezuur, 13% linolzuur
- Olijfolie: 75% oliezuur, 8% linolzuur
- Kokosolie: 6% oliezuur, 2% linolzuur, ook geschikt om te frituren
- Ossewit: frituren
- Linolzuur drastisch verminderen;
- Verhouding omega 6:omega 3 in de verhouding van 1:1 brengen;
- Meting in het bloed van Vitamine D en Glutathion. Bij gemeten tekort suppletie;
- 2 specifiek ontwikkelde supplementen inzetten om de CD1 en CD2 receptoren te verbeteren.