Een langer en gezonder leven met vitamine B3.  Een deficiëntie of een tekort aan vitamine B3 (= nicotinezuur = niacine = niacinamide) veroorzaakt vele ziektebeelden waarbij men vaak geen verband ziet met de volgende ziektebeelden:

  • Pellagra
  • Schizophrenia
  • Pyrolurie
  • Hart en vaatziekten
  • Ziekte van Huntington
  • Ziekte van Parkinson
  • Artritis en andere gewrichtsaandoeningen
  • Dementie
  • Ziekte van Alzheimer
  • Cancer
  • Verslavingen aan alcohol en roken
  • Dysmenorroe 


VITAMINE B3: Deze vitamine wordt weinig genoemd en daardoor wordt er ook weinig aandacht aan besteed. Sommige laboratoria willen de bepaling van dit middel niet eens doen omdat ze het onbelangrijk vinden. De reden is dat de reguliere artsen en specialisten hier ook niet bekend mee zijn en daarom deze bepalingen niet uitvoeren. De ziekten die we kunnen krijgen door een ernstig tekort staan hierboven.Lichte tekorten veroorzaken de volgende aandoeningen: – Huiduitslag met infectie, dermatitis, geschubde neusvleugels – Donkere pigmentvlekken met ontstekingen of irritatie – Gevoeligheid voor zonlicht – Rode tong, anorexie en misselijkheid. – Ontstoken tandslijmvlies. – Diarree, indigestie, stinkende ademhaling – Emotioneel labiel met neiging tot depressie – Moeheid met slapeloosheid. – Hoofdpijn en vergeetachtigheid tot dementie toe. – Spierzwakte met pijnlijke ledematen. – Koude handen en voeten. Uiteindelijk kan het leiden tot de ziekten die boven beschreven staan en verderop uitgebreid behandeld worden. Frequentie aan vitamine B3 tekort. Bijna 50% van de westerse bevolking lijdt aan vitamine B3 tekort. Het blijkt dat de frequentie door vitamine B3 tekort de oorzaak is voor: Artritis 20%, schizofrenie 2%, leer en gedragsproblemen bij kinderen 5%, hart en vaatziekten 30%, kanker 50%, verslavingen 10%. Indien vitamine B3 in de vorm van niacine, niacinamide of nicotinezuur in de hoeveelheid van 100 mgr per dag gegeven zou worden, dan zou er een forse afname plaats vinden van de volgende ziekten: Hart en vaatziekten, schizofrenie, ziekte van Huntington, ziekte van Parkinson, ziekte van Alzheimer, dementering, artritis, kanker, stress en pellagra. Dit wil niet zeggen dat dit vitamine alles kan genezen of door een tekort alleen de oorzaak is van boven genoemde ziekten. Voorbeeld: dementering en ernstige moeheid kan ook ontstaan door vitamine B12 en/of foliumzuur tekort. Niacine (= nicotinezuur) krijgen we via voedsel en de omzetting van tryptofaan in nicotinezuur binnen. Dit vitamine B3 zit te weinig in de voeding en de omzetting van tryptofaan vindt, door een tekort aan dit aminozuur, ook haast niet plaats. De oorzaak is een slecht werkende maag. In de maag moet veel maagzuur geproduceerd worden om de eiwitten te splitsen tot twee aminozuren aan elkaar en dit wordt in de darmen verder gesplitst tot enkelvoudige aminozuren waarvan tryptofaan er één van is. Dit aminozuur behoort tot de groep van essentiële aminozuren die we zelf niet kunnen maken en dus uit de voeding moeten halen. Indien we te weinig maagzuur produceren of maagzuurremmende medicijnen krijgen, worden we ziek. Maagzuurremmende medicijnen zijn slechts in 0,001% nodig en kunnen vervangen worden door het gezonde glutamine, een aminozuur dat de maagslijmlaag en darmen beschermd. Maagzuurremmende middelen zorgen dus ook voor een tekort aan vitamine B3. Ook zijn er mensen die het vermogen missen om vitamine B3 uit tryptofaan te vormen net zoals we geen vitamine C zelf meer kunnen maken. Wat doet vitamine B3? Vitamine B3 werkt samen met magnesium, zink, insuline, vitamine C, vitamine B6 en vitamine E bij de omzetting van omega-6-vetzuren in stoffen die een vaatverwijding en weerstandsverhoging veroorzaken. Zij remmen een teveel aan vrije radicalen die ons anders schade berokkenen en onder ander kanker kunnen veroorzaken. Vitamine B3 werkt dus niet alleen. Het is ook van belang bij de omzetting van het homocysteïne in cysteïne en taurine. Deze aminozuren verlagen de cholesterol door het onder ander in de celwand te brengen. Taurine is ook van belang voor ons geheugen. VOEDING waarin vitamine B3 zit: forel, kreeft, zalm, olijven, tarwe, witte bonen en tuinbonen, bananen, kelp, zonnebloempitten, perziken, dadels, noten, vlees. Door het tekort aan vitamine B3 kunnen we de volgende ziekten krijgen: 1. PELLAGRA. Deze ziekte in zijn ernstige vorm is gekenmerkt door de vier “D”s, namelijk:

  • Diarree
  • Dermatitis (= huidziekte, eczeem met ontsteking)
  • Dementie.
  • Dood. 


Een tekort aan deze belangrijke vitamine is dus niet alleen gevaarlijk, maar zelfs dodelijk. Veel mensen hebben een chronisch tekort dat aanleiding kan zijn van ernstige ziekten, waar de meeste artsen geen weet van hebben en daar giftige medicatie voor geven.De vroege symptomen zijn: Typisch rode glanzende uitslag aan handen en voeten. Gezicht, hals en schouders hebben een typische symmetrische scherp begrensde bruine verkleuring wat al lange tijd kan bestaan. Op deze plekken kunnen blaren, kloven, korsten en zweren ontstaan. Vaak wordt het advies gegeven uit de zon te blijven. Bij de mondhoeken zien we kloven en ontstekingen (cheilosis) die ook bij het perineum, de schaamlippen en de anus kunnen ontstaan. De tong kan ontstoken raken samen met diarree, afname van de eetlust en misselijkheid. Andere symptomen zijn: moeheid, duizeligheid, branderige gevoelens in verschillende delen van het lichaam, gevoelloze plekken, onrust en angst, hoofdpijnen, vergeetachtigheid, voelt zich niet in staat tot lichamelijk en geestelijke arbeid. Pellagrapatiënten vertonen ook schizofrene beelden. 2. SCHIZOFRENIE. Schizofrenie is met de reguliere medische therapie voor 0,01% te genezen. Dus of dit aan de therapie ligt is twijfelachtig. De orthomoleculaire therapie heeft voor een hoger percentage succes en is ook bewezen in de jaren 60 door een arts in Dijkzigt ziekenhuis. Ondanks de positieve resultaten met gezonde behandelmethoden wordt deze regulier niet geaccepteerd en blijft men rommelen met symptoomtherapie, waarbij de meest gruwelijke giftige medicijnen gebruikt worden en de patiënt nooit geneest. De behandeling met vitamine B3 en eventueel aanvulling van andere tekorten geeft de patiënt weer een normaal leven in de maatschappij en scheelt miljoenen aan onkosten omdat opname niet meer nodig is. Het is vooral aan Dr. Hoffer te danken die met hoge doses niacine cliënten met schizofrenie met goed resultaat behandelde. Adrenochroom overmaat en stress. Adrenochroom en zijn derivaten zijn antagonisten van niacine. Adrenochroom ontstaat door oxidatie van adrenaline, vooral wanneer hier een teveel aan is door stress. Dit teveel aan adrenaline ontstaat door chronische spanningen (fight or flight reactie). Er vindt dan een toename van adrenaline, noradrenaline en cortisol plaats. Normaal worden deze stoffen weer omgezet, maar bij lang bestaande spanningen krijgen we hypertensie (hoge bloeddruk), hoofdpijn, angst, slechte concentratie, frustratie, depressie, hallucinatie, paranoïdie en schizofrenie. Een teveel aan adrenochroom beschadigt de schildklier en veroorzaakt een toename aan vrije radicalen, waardoor onze weerstand afneemt. Hoge doses niacine veroorzaken een daling van het adrenochroom. Vroeger werd schizofrenie dementia praecox genoemd. Tegenwoordig deelt Dr. Carl C. Pfeiffer de schizofrenie in drie groepen, namelijk: 1e teveel kryptopyrrole in de urine. 2e met een verhoogd histamine spiegel 3e met een verlaagd histamine spiegel. Dr. Pfeiffer ontdekte dat er meer dan 25 oorzaken zijn van schizofrenie. Schizofrenie is dus een syndroom met vele mogelijke oorzaken. Naast een tekort aan vitamine B3 als oorzaak, kan een allergie en andere reacties op voedsel mogelijk zijn. Andere mogelijke oorzaken zijn vitamine B6 tekort, hypothyreoidie, zink tekort, koper teveel, drugs en LSD. Wat niet genoemd wordt, maar mijn ervaring, dat een teveel opname aan fosfor door veel drinken van cola en melk ook schizofrenie kan veroorzaken. In de homeopathie is bekend dat een teveel aan belladonna door het eten van veel nachtschade voedsel (aardappelen, tomaten en dergelijke) naast reuma, hoge bloeddruk ook schizofrenie kan veroorzaken. Volgens een statistisch onderzoek blijkt dat 90 % van de schizofrene cliënten, die korter dan 2 jaar ziek zijn, door middel van orthomoleculaire therapie met hoge doses vitamine B3 en behandeling van andere tekorten (aan vitaminen en mineralen) in 2 jaar te genezen zijn. De doseringen aan vitamine B3 (= niacine = nicotinezuur) liggen hoog, ook voor mensen die geen schizofrenie hebben, maar een hoog cholesterolgehalte. De vitamine B groep zijn wateroplosbaar en worden snel opgenomen, dus ook het vitamine B3. De doseringen liggen tussen de 3 x 1000 mgr en 3 x 3000 mgr. Mijn ervaring is dat het beste met 3 maal 100 mgr na het eten begonnen kan worden en zodra de warmte flushes afnemen of helemaal niet optreden, geleidelijk gestegen kan worden naar de 3 maal 1000 mgr. Het gevolg is dat de bloeddruk en het cholesterolgehalte zullen gaan dalen (normaliseren). Sommige mensen kunnen helemaal niet tegen het niacine en zullen het niacinamide (werkt minder) moeten gebruiken. Dit geeft in 98% geen flush of anders heel licht. Het is wel van belang dat de voeding goed moet zijn. Verboden zijn:

  • Melk, cola en karnemelk. Kwark, roomboter en yoghurt waar bifidus bacteriën in zitten zijn met mate toegestaan. Kwikvullingen dienen verwijderd te worden en het lichaam ontgiftigt van zware metalen.
  • Nachtschade voedsel dient beperkt te worden of geheel vermeden. De belangrijkste zijn aardappelen en tomaten. Er zit vrij veel belladonna in en dat kan schizofrenie, reuma en agressiviteit veroorzaken.
  • Geraffineerde suikers veroorzaken een tekort aan verschillende mineralen en kunnen diabetes en vaatproblemen doen ontstaan.


De vitaminen werken geheel samen, maar mijn ervaring is dat ze ook per paar aan elkaar gekoppeld zijn. Zo is vitamine B12 gekoppeld aan foliumzuur en van belang bij de celdeling. Foliumzuur wordt vaak aangeraden aan zwangere vrouwen om open ruggetjes bij het ongeboren kind te voorkomen. Zonder vitamine B12 bestaat de kans dat de vrouw helemaal niet zwanger wordt door een tekort aan deze vitamine. Bij een hoog gehalte aan vitamine B6 is er vaak een tekort aan vitamine B3. Toediening van vitamine B3 doet het vitamine B6 gehalte dalen tot een goede norm. Zo zijn er meer vitaminen en mineralen die met elkaar samen werken. Van de mineralen is het belangrijkste de samenwerking van calcium en magnesium. Vaak wordt regulier teveel calcium (= kalk) gegeven tegen osteoporose (wat niet werkt) waardoor nachtelijke kuitkrampen en hartritme stoornissen. Er kan het gevaar van een hartstilstand ontstaan door een tekort aan magnesium. Magnesium geeft ontspanning van hart en kuitkrampen en doet de spieren zich weer opladen. 3. PYROLURIA. Pyrolurie is de aanwezigheid van pyrrolen in de urine. In 11% komt het bij gezonde mensen in de urine voor, maar komt het meest voor bij schizofrenie, ADHD, autisme, depressies en alcoholisme. Een verhoogd kryptopyrrol in de urine werd gevonden bij 75% van de schizofrenen en 30 % bij lichamelijk zieke en geestelijk in de war zijnde mensen. Genezen schizofrenen hadden geen kryptopyrrol meer in de urine. Bij het HPU syndroom zit in het hemopyrrollactam-complex een klein beetje kryptopyrrol, maar dat is van geen betekenis. De oorzaak van het HPU syndroom zou een tekort aan zink, mangaan en vitamine B6 zijn, vreemd genoeg heb ik weinig mensen gezien met een tekort aan vitamine B6, maar wel aan vitamine B3. Aan zink is vaak wel een tekort doordat melk de opname van zink afremt (en vele andere mineralen). De urine kan geel-paars gekleurd zijn door de mauve-factor. Dit vindt men vooral bij schizofrene patiënten en in mindere mate bij patiënten met depressies en angsten. Behandeling met vitamine B3 in hoge doses doet de mauve factor verdwijnen. Zink en vitamine B6 zijn er ook van belang bij. Deze mauve factor is een gevolg van oxidatieve stress en vormt hogere concentraties aan adrenochroom. In combinatie met antioxidanten, zoals vitamine C en E, wordt het adrenochroom meer toxisch tegen kanker dan tegen gezonde cellen. Vitamine B3 is nodig voor de vorming van het NAD en NADH, van belang tegen pellagra en voor de reductie van glutathion. Glutathion is een belangrijke stof voor de lever. Verslavingen. Men ontdekte dat schizofrenen die ook alcoholist waren, in beide situaties gunstig reageerden op de vitamine B3 behandeling. Alcoholisme is een NAD deficiëntie ziekte en niacine is van belang voor de vorming van NAD. Het onvermogen van het lichaam om het acetaldehyde te oxideren veroorzaakt de sterke behoefte aan alcohol. Niacine in hoge doses is van belang bij de oxidatie van het acetaldehyde. De meeste alcoholisten hebben een tekort aan vitaminen en mineralen, waaronder het niacine, de andere B-vitaminen, vitamine C en omega-3 vetzuren. Ondanks dat niet alle alcoholisten direct gunstig reageerden, deels omdat ze niet wilden, nam de behoefte aan alcohol na jaren en regelmatig gebruik van niacine toch af. 4. Hart en vaatziekten. Hart en vaatziekten en kanker zijn de belangrijkste oorzaken van sterfte in de ontwikkelde wereld en zijn na de tweede wereldoorlog eerder toegenomen dan afgenomen. (prof. Dunner, augustus 2009). Het verlagen van cholesterolgehalte met giftige medicatie (cholesterolverlagende medicijnen) heeft nog geheel geen effect gehad, ondanks de beweringen van de farmaceutische industrie die geen probleem hebben de cijfers te manipuleren. Het belang van vitamine B3 en zijn vaatverwijdende eigenschappen: 1. Toename van de circulatiesnelheid 2. Toename hartvolume 3. Toename van de perifere doorstroming van het bloed 4. Verbetering van zuurstof voorziening van het bloed. 5. Verbetering van de zuurstofopname in de longen 6. Afname van EEG afwijkingen door zuurstof tekort De circulatie door het lichaam verbetert zonder dat de bloeddruk stijgt. Het gevolg is dat het verhindert: A. Vaatkrampen, hoofdpijnen, hypertensie. B. Kramp in de ledematen, behalve ziekte van Raynaud. C. Claudicatio intermittens D. Angina pectoris en coronair insufficiëntie. E. Eclampsie Onderzoek heeft duidelijk de positieve reacties aangetoond van niacine op cardiovasculaire aandoeningen. Hypercholesterolemie. Prof. Altschul uit Saskatchewan was de eerste die ontdekte dat niacine het cholesterol doet dalen. (onderzoek bij konijnen). In dezelfde periode ontdekte Dr. Abram Hoffer dat niacine ontstekingen van het tandvlees doet genezen. In 1955 publiceerde Dr William Parsons Jr. een boek: Cholesterol Control without Diet! The Niacin Solution. Hij beschreef dat niacine het gehalte in het bloed aan cholesterol deed dalen en er een afname aan hartaanvallen, coronair aandoeningen en een verlenging van levensduur plaats vond. Niacine doet de triglyceriden en lipoproteinen verlagen en het HDL verhogen. Het is natuurlijk dat vitamine B3 of niacine het cholesterol op de bestemde plaats van de celwand brengt, eventueel samen met vitamine B6. Beiden zorgen ervoor dat het homocysteïne omgezet wordt in cysteïne en taurine dat het cholesterol op zijn plaats brengt. Dit gaat veel beter dan het toedienen van de giftige statinen, die vele levensgevaarlijke bijwerkingen hebben. Door de vaatverwijdende werking van niacine zal de bloeddruk dalen. Bij nog soepele vaten gaat dit snel en kan wat duizeligheid veroorzaken. Bij oudere mensen met slagaderverkalking gaat deze daling geleidelijk en duurt maanden of langer. Boezemfibrilleren. Niacine in combinatie met foliumzuur werkt goed tegen boezemfibrilleren volgens ervaringen van Dr Hoffer. De hoeveelheid foliumzuur was bij een patiënt tot wel 40 mgr per dag. Dit werkte begrijpelijk niet voldoende omdat de zenuwgeleiding verstoord raakt door hoog foliumzuur toediening en de lage vitamine B12 concentratie. Beiden werken altijd samen. Alleen foliumzuur geven veroorzaakt bij vrouwen miskramen, vroeggeboorte of steriliteit. Een dosering van 1-2 x 5 mgr foliumzuur is meestal voldoende indien er genoeg vitamine B12 aanwezig is. Door melkgebruik zal er steeds meer vermoeidheid optreden door tekorten in de opname van verschillende mineralen, vitamine B12 en andere vitaminen. Dr Hoffer beschrijft cliënten met boezemfibrilleren en depressiviteit. De reacties op niacine + foliumzuur reageerde goed op het hart, maar niet op de depressie. Vaak is dan een tekort aan vitamine D3 de oorzaak. Glomeronefritis. Dr. Condorelli heeft meer dan 20 jaar ervaring met de behandeling van de glomerulonefritis met nicotinezuur. Zowel de acute, chronische en sub-acute vormen reageren goed op de vitamine B3 in de vorm van nicotinezuur. Dr. Hoffer had zelfs de ervaring dat de nefritis bij zijn cliënten genas met het nicotinezuur. 5. Ziekte van Huntington. Deze ziekte is gekenmerkt door lichamelijke en geestelijke stoornissen en ernstig gewichtsverlies. De lichamelijke stoornissen hebben overeenkomst met de ziekte van Parkinson, de geestelijke symptomen met de schizofrenie. Vooral spierkracht en omvang nemen af, gepaard met ernstige vermoeidheid, depressie, slecht geheugen, angstig en gespannen. Door de toediening van vitamine C, vitamine E 1.600, 2 x per dag, vitamine B3 500 – 1000 mgr per dag, een breed vitamine preparaat, vitamine B12 per injectie en foliumzuur was er een sterk positief resultaat. De toediening van choline kan sterk positief werken. De ziekte van Huntington kan met deze behandeling goed geholpen worden. 6. Ziekte van Parkinson. Deze ziekte is zeldzaam beneden de leeftijd van 50 jaar en komt veel voor in Amerika, Canada en Nederland. De behandeling bestaat uit de toediening van L-dopa, waarvan de resultaten heel matig zijn. Men kan er psychotisch van worden en de levensverwachting neemt af. De toediening van hoge doses niacine doet de kans op psychose afnemen. De cellen in de hersenen van Parkinsonpatiënten blijken een tekort te hebben aan het coenzym Q10 en hebben dagelijks 600 mgr nodig. Van belang is onderzoek naar andere tekorten aan vitaminen, mineralen(vooral selenium) en een teveel aan kwik in vullingen en via een DMPS-test. 7. Artritis en andere reumatische aandoeningen. In 1940 constateerde Dr. William Kaufman dat niacine en/of niacinamide in hoge doses het verouderingsproces deed tegengaan en er zelfs een lichte verjonging plaats vond. Daarbij ontdekte hij dat behandeling met vitamine B3 effectief was tegen osteoartritis en reumatoïde artritis. In 1954 gaf Dr. Hoffer zijn moeder nicotinezuur (= vitamine B3: 3 x 1000 mgr) tegen haar vergeetachtigheid. Dit had een zeer goed resultaat. Tot zijn verbazing was er ook een verbetering van haar artritis van beide handen, moeheid en kon zij beter zien. Zelfs de reumatische zwellingen waren verminderd. Daarna heeft Dr. Hoffer bij meerdere patiënten met reuma positieve resultaten gezien met vitamine B3 en aanvullingen van vitaminen en mineralen. Hoe is dit allemaal te verklaren? Daarvoor zal de biochemie het antwoord geven. De biochemie en de verklaring voor de toename van de weerstand. In ons voedsel kennen we het omega-6-vetzuur, het omega-3-vetzuur en het arachidonzuur. Het arachidonzuur komt vooral uit vlees en geeft vooral PG2 (= prostaglandinen van de 2e orde) en TX2 (= tromboxanen van de 2e orde) en de vorming van vrije radicalen. Deze hebben we in geringe mate nodig, maar bij een teveel is het kankerverwekkend. Het omega-6-vetzuur = linolzuur zit vooral in koudgeperste plantaardige oliën, teunisbloemolie, zonnebloemolie, bernage olie, tarwekiemolie en saffloerolie. Onder invloed van vitamine B6, B3, C, E, magnesium en zink vormen zij het PGE van de 1e orde en TX van de 1e orde. Hierdoor krijgen we een verhoging van onze weerstand en vaatverwijding. Het probleem is dat door een tekort aan magnesium, vitamine C en vooral vitamine B3 dit niet plaats vindt en er een toename van vrije radicalen ontstaat door de overgang naar PG2 en TX2. Het omega-3-vetzuur zit vooral in vele vissoorten en bij de omzetting in PG3 en TX3 steunt deze de omega-6-vetzuurlijn zodat de vrije radicalen enigszins tegen gegaan wordt. Jammer genoeg vindt dit niet voldoende plaats waardoor er een toename aan kanker plaats vindt (ook door een tekort aan selenium en een teveel aan kwik in voedsel, gebit en lichaam). Door de toename van onze weerstand en de vaatverwijding met hoge doses vitamine B3, C en magnesium neemt de reuma af, de circulatie toe en zal bloeddrukverlaging plaats vinden. Tegenwerking kan plaats vinden door verhoging van de bloeddruk en stijging van de belladonna uit aardappelen en andere nachtschade producten. 8. Dementie. Dementering vindt in de westerse wereld in toenemende mate plaats net zoals er een toename is van hart en vaatziekten en kanker sinds de tweede wereldoorlog en geen afname (mededeling van Prof. Dunning via de radio in augustus 2009) terwijl de reguliere artsen en farmacie ons dit willen doen geloven. Er is namelijk een samenhang tussen dementie, hart en vaatziekten, kanker en de tekorten aan vitaminen en magnesium. Bij de omzetting van het aminozuur methionine tot homocysteïne komt energie vrij voor hart en spieren. Dit homocysteïne wordt deels weer omgezet in methionine met behulp van vitamine B12, foliumzuur, magnesium en betaine HCL. Het andere deel wordt via cysteïne, met behulp van vitamine B6 en B3 omgezet in taurine. Taurine is van belang voor de hersenen en om cholesterol in de nieuwe celwand te krijgen en een daling van het cholesterol in het bloed. Zowel deze omzetting als een verbetering van de circulatie doet dementering tegen gaan. 9. Ziekte van Alzheimer en Seniliteit. Deze aandoening ontwikkelt zich vrij sterk in de ontwikkelde wereld en begint meest na de leeftijd van 60 jaar. Bij 50% van de dementerende patiënten ontstaat de ziekte van Alzheimer en in Europa zijn er al bijna 16 miljoen. Volgens Prof. Foster zou een teveel aan aluminium en een tekort aan calcium en magnesium een oorzaak kunnen zijn. Bij de ziekte van Alzheimer zien we een vroegtijdige dementering (= seniliteit), een verlies om zich uit te drukken, later een verlies aan ziekte inzicht en radeloosheid, spraakstoornissen, bewegingsdrang en soms hallucinaties. Vroegtijdige seniliteit, gepaard met hart en vaatziekten, vinden we vaak een verhoogd cholesterolgehalte door een te laag vitamine B3 in het bloed. Vet-ophopingen en xanthomen onder de ogen verdwijnen vaak door gebruik van niacine. Het is bekend dat niacine een verlaging veroorzaakt van het totale cholesterol, LDL en triglyceriden terwijl er een verhoging plaats vindt van het HDL. Daardoor werkt vitamine B3 tegen veroudering. Een te hoog cholesterolgehalte in het bloed is onschuldig, echter een aanwijzing voor een te laag vitamine B3 gehalte en dat is levensgevaarlijk zoals in het begin is aangegeven.(Pellagra). De giftige cholesterol verlagende medicijnen zijn alleen van belang voor de inkomsten van de farmacie ten koste van de mensheid en een uiting van onwetendheid van de reguliere artsen en specialisten. Vitamine B3 werkt veel beter dan aspirine om veroudering en vaataandoeningen tegen te gaan. Het gevaar van aspirine bij ouderen is een te hoge verdunning van het bloed waardoor spontane bloedingen over het gehele lichaam kunnen ontstaan, inclusief hersenbloedingen. Niacine veroorzaakt geen bloedingen en kan, indien de slagaderen niet te erg verkalkt zijn, een verlaging van de systolische bloeddruk geven (= normalisering naar 120/75). Langdurig gebruik van niacine doet verkalkingen in de arteriën afnemen. De diastolische bloeddruk (= onderdruk) is afhankelijk van de spierspanning in de armen en ligt bij ouderen door spierslapte vaak laag. Verlaging van de systolische (= bovendruk) bloeddruk bij mensen boven de 60 jaar kan duizelingen veroorzaken waardoor ze ernstig kunnen vallen, vaak heupfracturen krijgen en sneller dementeren gepaard met nachtelijke onrust. Bij de ziekte van Alzheimer is het van belang naast de niacine ook vitamine E, veel vitamine C (4000 mgr/dag), vis (omega-3-vetzuren), omega-6-vetzuren, magnesium, selenium en de andere vitaminen van de B-groep te geven. Bedenk: een overmaat aan vitaminen is onschadelijk, een tekort is levensgevaarlijk. Ook het vitamine A in vettige oplossing, de natuurlijke vorm, is ongevaarlijk, echte het vitamine Azuur (wateroplosbaar) voor het ongeboren kind is levensgevaarlijk. Vitamine Azuur wordt gegeven tegen acne en moet 3 maanden gestopt worden als de vrouw zwanger wil worden. Een tekort aan vitamine A tijdens de zwangerschap veroorzaakt bij het ongeboren kind ernstige afwijkingen volgens een Japans onderzoek. Onderzoek: het is van belang om via bloed, urine en haar onderzoek te kijken of er een teveel is aan aluminium en kwik. Bij veel gouden vullingen is onderzoek hiernaar ook gewenst. P.S. een hoog (altijd onschadelijk) vitamine B6 in het bloed is een aanwijzing dat er een tekort is aan vitamine B3. Beiden zorgen ervoor dat cysteïne in het bloed wordt omgezet in taurine. Taurine is van belang om het cholesterol in de celwand te brengen, waar het een onderdeel van is. Ook is taurine van belang voor onze hersenen (om te kunnen denken, waar koeien problemen mee hebben) en dit zit niet in de melk, net zoals de vorming van de intrinsic factor door melk geremd wordt en daarmee de vitamine B12 opname. 10. Kanker. De oorzaken van kanker zijn zeer verschillend. In ons lichaam hebben we altijd al kankercellen net zoals we teveel vrije radicalen hebben. Door veel vlees eten krijgen we een teveel aan arachidonzuren en daardoor een teveel aan vrije radicalen. Vrije radicalen hebben we in beperkte mate nodig om ons te weren tegen infecties, maar een teveel is kankerverwekkend. Tegen kanker werken vitaminen en mineralen die vaatverwijdend zijn, onze weerstand verhogen en tegen giftige stoffen werken. Van deze laatste stoffen is vooral het selenium bekend dat tegen het gevaarlijke kwik werkt. Een hoog selenium vinden we in het voormalige Joegoslavië en in Taiwan. Daar ligt het voorkomen van kanker heel laag, ondanks dat er veel kwik in het voormalige Joegoslavië ligt door de kwikmijnen. Naast hoge doses niacine tegen kanker zijn de volgende middelen van belang: Vitamine C: 6 – 10 x 1000 mgr Selenomethionine: 200 – 500 mcg L-lysine (= aminozuur): 3 x 1000 mgr Vitamine D3: moet boven de 100 nmol / ltr liggen. Vitamine E 400 IE: 2 – 3 / dag Aanvullingen van magnesium, zink, omega-3-vetzurenen vitamine A. Melatonine: 20 mgr per dag voor slapen. Het blijkt dat niacine geboorte afwijkingen doet afnemen en de negatieve bijwerkingen van chemotherapie tegengaat. Niacine werkt preventief tegen kanker, behalve tegen Lewis longkanker en melanoma. Radiotherapie doet het NAD (= Nicotinamide Adenine Dinucleotide) dalen in de lever door de omzetting van tryptofaan in NAD te blokkeren. In het NAD zit het niacine. Daarom is het zinvol om niacine te geven bij kankerpatiënten, zeker als ze radiotherapie krijgen. 11. Verslavingen. Toen Dr. Hoffer schizofrenie behandelde in de jaren 50 met hoge doses vitamine B3, bleken een paar schizofrenen ook alcoholist te zijn. Door de behandeling met niacine nam de behoefte aan alcohol af. Het blijkt dat alcoholisme een deficiëntie aan het NAD is en niacine dit kan helpen tegen te gaan. Het blijkt dat niacine tegen alcoholisme werkt, maar dat men ook op andere tekorten moet letten zoals een tekort aan omega-3-vetzuren, vitamine C en andere vitaminen. Verslavingen aan drugs kunnen met hoge doses niacine geholpen worden om de onttrekkingsverschijnselen te beperken. Nicotine verslaving: chemisch lijken nicotine en nicotinezuur sterk op elkaar. Door de tweede ring van nicotine open te splitsen hebben we het nicotinezuur. Door mensen met rookverslaving flink nicotinezuur te geven, neemt de behoefte aan roken af. Terwijl nicotine een ernstige vaatvernauwing van benen en hart veroorzaakt tot teennecrose toe, doet nicotinezuur juist de beenvaten open gaan. 12. Menstruatiepijnen = dysmenorroe. Menstruatiepijnen zijn een gevolg van een slechte circulatie door de baarmoedermond (= portio), vaak gepaard met een slechte circulatie door de benen. Een verbetering van de circulatie door het onderlichaam is van belang om de menstruatiepijnen te doen afnemen. Nodig zijn naast de niacine het magnesium om een ontspanning van de portio te bewerkstelligen. Beiden doen bij gebruik tijdens de zwangerschap, de bevalling soepeler verlopen. Bij diabetes helpt nicotinezuur de bloedvaten van de benen openhouden en zelfs de suikerstofwisseling verbeteren. Bijwerkingen van vitamine B3. De nicotinezuur en de niacine veroorzaken een flinke vaatverwijding in gelaat en bovenlichaam, die een ½ uur aanhoudt. Als men met de 100 mgr begint valt het meestal mee. Indien men kouwelijk is, dan zijn de vaten vernauwd en is de overgang naar de vaatverwijding het sterkst merkbaar. Blijven de vaten open staan, dan nemen de flushes af. Geleidelijk vindt dit plaats en kan men stijgen met de hoeveelheid. Is het te heftig, dan kan men een tijd het niacinamide gebruiken. Dit middel geeft geen of een zeer geringe flush. Sommigen krijgen een lichte geelzucht. Tijdelijk stoppen (1 week) en dan weer beginnen. Er zal dan geen probleem meer plaats vinden. Indien men een toename van maagzuurvorming krijgt, dan is er meestal een tekort aan glutamine, een belangrijk aminozuur die de maag behoort te beschermen. Hier kan men regelmatig wat van innemen en op den duur is het niet meer nodig omdat de maag dit zelf uit de voeding, na splitsing van de eiwitten, opneemt. Literatuur:


  1. Feel better, live longer with vitamin B3: Dr. Abram Hoffer, MD, PhD en Dr. Harold D. Foster, PhD.
  2. De echte oorzaken van schizofrenie: Dr. Harold D. Foster.
  3. Voeding en psyche van Dr. Carl C. Pfeiffer.
  4. Jane Higdon, Ph.D.: Evidence-Based Approach to vitamins and minerals.
  5. Adventures in psychiatry van Dr. Abram Hoffer.
  6. Hand van de vitaminen van J. Zempleni, R.B. Rucker, D.B. McCormick en J.W. Suttie.
  7. Orthomoleculaire behandeling voor mensen met psychische aandoeningen van A. Hoffer. Voordracht februari – december. 


Bron: Beunk (voormalig huisarts)


Geef een reactie